Research code UMCG

Preventie van en omgang met wetenschappelijk wangedrag

Content op deze pagina

Gebrek aan wetenschappelijke integriteit ondermijnt de wetenschappelijke bijdrage aan waarheidsvinding. Het kan onder meer leiden tot:

  • niet-valide wetenschappelijke resultaten die de voortgang van de wetenschap belemmeren 
  • het schaden van vertrouwen van collega-onderzoekers, patiënten, onderzoeksorganisaties en de maatschappij in UMCG-onderzoekers en het UMCG
  • het schaden van de gezondheid van patiënten en de gezondheidszorg in het algemeen 

Hoewel wetenschappelijk wangedrag op korte termijn reputatiewinst kan opleveren voor individuele onderzoekers, kunnen de consequenties op de lange termijn desastreus zijn.

Het UMCG wil wangedrag bij het doen van onderzoek waar mogelijk voorkomen en, wanneer dit zich toch voordoet, corrigeren. 

Soorten wangedrag

De duidelijkste schendingen van de wetenschappelijke integriteit zijn:

Fabricaties

het verzinnen van onderzoeksgegevens of resultaten en doen alsof ze echt zijn

Falsificaties

het manipuleren van onderzoeksmateriaal, apparatuur of processen om gegevens of resultaten zonder rechtvaardiging te veranderen, achter te houden of te verwijderen

Plagiaat

het gebruik maken van andermans ideeën, methoden, resultaten of teksten zonder passende erkenning

Het UMCG onderschrijft de Nederlandse gedragscode wetenschappelijke integriteit 2018 UNL, die 61 normen voor goede onderzoekspraktijken beschrijft voor de ontwerp- en uitvoeringsfase van een studie (zie Regelgeving en integer wetenschappelijk onderzoek en zie Omgaan met onderzoeksgegevens), de verslaglegging ervan en communicatie erover (zie Publicatie en verspreiding van resultaten) en de beoordeling van werk van anderen (zie Peer review van manuscripten en onderzoeksvoorstellen). Voor elk van deze regels geldt dat niet naleven ervan wordt beschouwd als wetenschappelijk wangedrag.

Met betrekking tot wangedrag moeten de volgende regels in acht worden genomen:

  • Angst voor reputatieschade of andere politieke overwegingen zijn geen reden om meldingen van wangedrag onvoldoende te onderzoeken.
  • Er worden geen onterechte beschuldigingen van wetenschappelijk wangedrag geuit.

Preventie van wangedrag

Hoewel wetenschappelijk wangedrag nooit volledig is uit te sluiten, is het belangrijk om preventieve maatregelen te nemen door een cultuur te creëren die wetenschappelijke integriteit stimuleert en het risico op wangedrag minimaliseert. Hiervoor zijn het UMCG als geheel, de afdelingen en onderzoeksgroepen, en de individuele onderzoekers verantwoordelijk.

In navolging van hoofdstuk 4 van de Nederlandse gedragscode wetenschappelijke integriteit 2018 UNL wil het UMCG een werkomgeving creëren die een goede onderzoekspraktijk bevordert en veiligstelt, door:

  • training- en supervisiemogelijkheden te garanderen voor junior onderzoekers (zie Begeleiden en begeleid worden: wederzijdse verantwoordelijkheden)
  • cursussen in het begeleiden van junior onderzoekers aan te bieden
  • een onderzoekscultuur te stimuleren die integriteit bevordert (zie Soorten wangedrag)
  • adequaat datamanagement te stimuleren
  • zorg te dragen voor een evenwichtige communicatie en verspreiding van onderzoeksresultaten 
  • ethische normen en procedures te implementeren door onderzoekers blijvend te scholen in integriteit en verantwoorde wetenschappelijke methoden

Afdelingshoofden en leiders van onderzoeksgroepen dienen:

  • te zorgen voor een open, veilige en inclusieve cultuur (zie ook Welbevinden op het werk), onder meer door in onderzoeksbijeenkomsten ruimte te bieden voor onderzoekers om dilemma’s, zorgen en mogelijke fouten te bespreken zonder vrees voor negatieve reacties of sancties
  • elk handelen na te laten dat onderzoekers ertoe aanzet de integriteitsnormen niet na te leven
  • junior onderzoekers op de hoogte te brengen van relevante wetenschappelijke richtlijnen, protocollen en instructies over wetenschappelijke integriteit en ervoor te zorgen dat deze worden begrepen en nageleefd
  • samenwerking tussen onderzoekers te stimuleren; solistisch werken is een risicofactor voor wangedrag
  • regelmatige audits van studies te organiseren om te toetsen of deze naar behoren en volgens de geldende wet- en regelgeving worden uitgevoerd 
  • te stimuleren dat onderzoekers hun gegevens presenteren aan een ander of groter podium dan de directe collega’s
  • het werk van onderzoekers niet op een onbehoorlijke manier te belemmeren of vertragen
  • erop toe te zien dat onderzoeksfondsen alleen gebruikt worden voor de doeleinden zoals beschreven in de aanvraag

Individuele onderzoekers moeten verantwoordelijkheid nemen voor de resultaten en transparant zijn over de methoden en berekeningen die daaraan ten grondslag liggen, door:

  • een goede documentatie van gegevens, bronnen, scripts, voortgang van het onderzoek en genomen beslissingen, zodat het werk begrepen, geverifieerd en door anderen gereproduceerd kan worden 
  • een veilige en transparante opslag van de gegevens en bijbehorende documentatie, zich daarbij rekenschap gevend van het feit dat deze eigendom zijn van het UMCG (zie Omgaan met onderzoeksgegevens)
  • openheid naar andere onderzoekers over het eigen onderzoek en eventuele dilemma’s met betrekking tot wetenschappelijke integriteit. Indien bepaalde onderdelen van het onderzoek niet openlijk bediscussieerd kunnen worden moet dit worden besproken met leidinggevenden of kan laagdrempelig contact worden opgenomen met een vertrouwenspersoon (zie Klachten over wetenschappelijk wangedrag)
  • op een correcte manier naar werk van andere onderzoekers te verwijzen wanneer daarvan gebruik wordt gemaakt (zie Bronvermeldingen); voorgangers op wiens werk wordt voortgebouwd hebben recht op erkenning van hun bijdrage

Klachten over wetenschappelijk wangedrag

Preventie van wetenschappelijk wangedrag heeft een hoge prioriteit en iedere verdenking en melding op dit gebied moet zorgvuldig onderzocht worden. Daarvoor kunnen medewerkers terecht bij de Vertrouwenspersonen Wetenschappelijke Integriteit, de CWI en de ombudsfunctionaris van de RUG (zie Ombudsfunctionaris).

Vertrouwenspersonen Wetenschappelijke Integriteit

De vertrouwenspersoon Wetenschappelijke Integriteit fungeert als eerste aanspreekpunt voor vragen en klachten over wetenschappelijke integriteit.
Medewerkers die vertrouwelijk een vraag willen stellen over wetenschappelijke integriteit en verdenkingen van wangedrag, maar ook degenen die beschuldigd worden van wetenschappelijk wangedrag, kunnen hun situatie voorleggen bij één van de vertrouwenspersonen van het UMCG.

Commissie Wetenschappelijke Integriteit (CWI)

Medewerkers van het UMCG kunnen, via de decaan of rechtstreeks, een formele klacht indienen bij de CWI van de RUG. In dat geval volgt de procedure zoals beschreven in de Klachtenregeling Wetenschappelijke Integriteit. De CWI brengt advies uit aan het College van Bestuur van de RUG. Klager, beklaagde en andere belanghebbenden kunnen aan het LOWI advies vragen over het voorlopige oordeel van de CWI. Het definitieve oordeel van het College van Bestuur wordt geanonimiseerd gepubliceerd op de UNL-website .

Ombudsfunctionaris

Daarnaast heeft de RUG een onafhankelijke ombudsfunctionaris in dienst. De ombudsfunctionaris identificeert gedragspatronen die een bedreiging vormen voor een gezond en veilig onderzoeksklimaat en verschaft richtlijnen om deze patronen te voorkomen of uit te bannen. De ombudsfunctionaris bestudeert beleidsrapporten en voert indien gewenst intern onderzoek uit, maar staat ook open voor individuele klachten over onacceptabele situaties. Waar nodig kan de ombudsfunctionaris als gespreksleider of procesbegeleider optreden. Zie Reglement ombudsfunctionaris Rijksuniversiteit Groningen 2021.

Feedback op deze pagina?

Elizabeth Koier Beleidsmedewerker Bureau Onderzoek