U kunt hier uw voorkeuren instellen voor cookies voor sociale media en doelgerichte reclame. We plaatsen altijd functionele cookies en analytische cookies. Functionele cookies zijn nodig om de site goed te laten werken. Met analytische cookies verzamelen we anonieme gegevens over het gebruik van onze site. Met die gegevens kunnen we de site verder verbeteren zodat u makkelijker kunt vinden wat u zoekt.
Gebrek aan wetenschappelijke integriteit ondermijnt de wetenschappelijke bijdrage aan waarheidsvinding. Het kan onder meer leiden tot:
niet-valide wetenschappelijke resultaten die de voortgang van de wetenschap belemmeren
het schaden van vertrouwen van collega-onderzoekers, patiënten, onderzoeksorganisaties en de maatschappij in UMCG-onderzoekers en het UMCG
het schaden van de gezondheid van patiënten en de gezondheidszorg in het algemeen
Hoewel wetenschappelijk wangedrag op korte termijn reputatiewinst kan opleveren voor individuele onderzoekers, kunnen de consequenties op de lange termijn desastreus zijn.
Het UMCG wil wangedrag bij het doen van onderzoek waar mogelijk voorkomen en, wanneer dit zich toch voordoet, corrigeren.
Soorten wangedrag
De duidelijkste schendingen van de wetenschappelijke integriteit zijn:
Fabricaties
het verzinnen van onderzoeksgegevens of resultaten en doen alsof ze echt zijn
Falsificaties
het manipuleren van onderzoeksmateriaal, apparatuur of processen om gegevens of resultaten zonder rechtvaardiging te veranderen, achter te houden of te verwijderen
Plagiaat
het gebruik maken van andermans ideeën, methoden, resultaten of teksten zonder passende erkenning
Met betrekking tot wangedrag moeten de volgende regels in acht worden genomen:
Angst voor reputatieschade of andere politieke overwegingen zijn geen reden om meldingen van wangedrag onvoldoende te onderzoeken.
Er worden geen onterechte beschuldigingen van wetenschappelijk wangedrag geuit.
Preventie van wangedrag
Hoewel wetenschappelijk wangedrag nooit volledig is uit te sluiten, is het belangrijk om preventieve maatregelen te nemen door een cultuur te creëren die wetenschappelijke integriteit stimuleert en het risico op wangedrag minimaliseert. Hiervoor zijn het UMCG als geheel, de afdelingen en onderzoeksgroepen, en de individuele onderzoekers verantwoordelijk.
training- en supervisiemogelijkheden te garanderen voor junior onderzoekersOnderzoeker die (nog) geen eindverantwoordelijkheid voor een project heeft, maar deze uitvoert onder supervisie van iemand, zoals masterstudenten, promovendi en (beginnende) postdocs.
(zie Begeleiden en begeleid worden: wederzijdse verantwoordelijkheden)
cursussen in het begeleiden van junior onderzoekers aan te bieden
een onderzoekscultuur te stimuleren die integriteit bevordert (zie Soorten wangedrag)
adequaat datamanagement te stimuleren
zorg te dragen voor een evenwichtige communicatie en verspreiding van onderzoeksresultaten
ethische normen en procedures te implementeren door onderzoekers blijvend te scholen in integriteit en verantwoorde wetenschappelijke methoden
Afdelingshoofden en leiders van onderzoeksgroepen dienen:
te zorgen voor een open, veilige en inclusieve cultuur (zie ook Welbevinden op het werk), onder meer door in onderzoeksbijeenkomsten ruimte te bieden voor onderzoekers om dilemma’s, zorgen en mogelijke fouten te bespreken zonder vrees voor negatieve reacties of sancties
elk handelen na te laten dat onderzoekers ertoe aanzet de integriteitsnormen niet na te leven
junior onderzoekers op de hoogte te brengen van relevante wetenschappelijke richtlijnen, protocollen en instructies over wetenschappelijke integriteit en ervoor te zorgen dat deze worden begrepen en nageleefd
samenwerking tussen onderzoekers te stimuleren; solistisch werken is een risicofactor voor wangedrag
regelmatige audits van studies te organiseren om te toetsen of deze naar behoren en volgens de geldende wet- en regelgeving worden uitgevoerd
te stimuleren dat onderzoekers hun gegevens presenteren aan een ander of groter podium dan de directe collega’s
het werk van onderzoekers niet op een onbehoorlijke manier te belemmeren of vertragen
erop toe te zien dat onderzoeksfondsen alleen gebruikt worden voor de doeleinden zoals beschreven in de aanvraag
Individuele onderzoekers moeten verantwoordelijkheid nemen voor de resultaten en transparant zijn over de methoden en berekeningen die daaraan ten grondslag liggen, door:
een goede documentatie van gegevens, bronnen, scripts, voortgang van het onderzoek en genomen beslissingen, zodat het werk begrepen, geverifieerd en door anderen gereproduceerd kan worden
een veilige en transparante opslag van de gegevens en bijbehorende documentatie, zich daarbij rekenschap gevend van het feit dat deze eigendom zijn van het UMCG (zie Omgaan met onderzoeksgegevens)
openheid naar andere onderzoekers over het eigen onderzoek en eventuele dilemma’s met betrekking tot wetenschappelijke integriteit. Indien bepaalde onderdelen van het onderzoek niet openlijk bediscussieerd kunnen worden moet dit worden besproken met leidinggevenden of kan laagdrempelig contact worden opgenomen met een vertrouwenspersoon (zie Klachten over wetenschappelijk wangedrag)
op een correcte manier naar werk van andere onderzoekers te verwijzen wanneer daarvan gebruik wordt gemaakt (zie Bronvermeldingen); voorgangers op wiens werk wordt voortgebouwd hebben recht op erkenning van hun bijdrage
Klachten over wetenschappelijk wangedrag
Preventie van wetenschappelijk wangedrag heeft een hoge prioriteit en iedere verdenking en melding op dit gebied moet zorgvuldig onderzocht worden. Daarvoor kunnen medewerkers terecht bij de Vertrouwenspersonen Wetenschappelijke Integriteit, de CWITaken en werkwijze van vertrouwenspersonen en de Commissie Wetenschappelijke Integriteit zijn beschreven in de Klachtenregeling Wetenschappelijke Integriteit 2020 van de RUG en de Nederlandse gedragscode wetenschappelijke integriteit 2018 UNL. Promovendi kunnen ook eerst terecht bij de GSMS PhD Vertrouwenspersoon/Counselor, die kan adviseren, een eerste contact kan leggen met een Vertrouwenspersoon Wetenschappelijke Integriteit en mee kan gaan naar een gesprek met deze Vertrouwenspersoon.
en de ombudsfunctionaris van de RUGRijksuniversiteit Groningen
(zie Ombudsfunctionaris).
Vertrouwenspersonen Wetenschappelijke Integriteit
De vertrouwenspersoon Wetenschappelijke Integriteit fungeert als eerste aanspreekpunt voor vragen en klachten over wetenschappelijke integriteit. Medewerkers die vertrouwelijk een vraag willen stellen over wetenschappelijke integriteit en verdenkingen van wangedrag, maar ook degenen die beschuldigd worden van wetenschappelijk wangedrag, kunnen hun situatie voorleggen bij één van de vertrouwenspersonenAfhankelijk van de situatie zal de vertrouwenspersoon de vraag beantwoorden, proberen te bemiddelen, of bijvoorbeeld doorverwijzen naar de CWI (zie Commissie Wetenschappelijke Integriteit). Het werk van de vertrouwenspersoon is vertrouwelijk. Zonder uitdrukkelijke toestemming van de klager of beklaagde, zal de vertrouwenspersoon geen informatie met anderen hierover uitwisselen.
Medewerkers van het UMCGIn het specifieke geval dat een promovendus een klacht indient over een begeleider, en deze klacht blijkt gegrond, dan zal het UMCG waar mogelijk het promotieproces blijven faciliteren. Dit betekent onder meer dat het UMCG desgewenst een vervangende promotor regelt, zodat de klager zo min mogelijk schade ondervindt.
kunnen, via de decaan of rechtstreeks, een formele klacht indienen bij de CWICommissie Wetenschappelijke Integriteit van de RUG. In dat geval volgt de procedure zoals beschreven in de Klachtenregeling Wetenschappelijke Integriteit. De CWI brengt advies uit aan het College van Bestuur van de RUG. Klager, beklaagde en andere belanghebbenden kunnen aan het LOWILandelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit advies vragen over het voorlopige oordeel van de CWI. Het definitieve oordeel van het College van Bestuur wordt geanonimiseerd gepubliceerd op de UNL-website .
Ombudsfunctionaris
Daarnaast heeft de RUG een onafhankelijke ombudsfunctionaris in dienst. De ombudsfunctionaris identificeert gedragspatronen die een bedreiging vormen voor een gezond en veilig onderzoeksklimaat en verschaft richtlijnen om deze patronen te voorkomen of uit te bannen. De ombudsfunctionaris bestudeert beleidsrapporten en voert indien gewenst intern onderzoek uit, maar staat ook open voor individuele klachten over onacceptabele situaties. Waar nodig kan de ombudsfunctionaris als gespreksleider of procesbegeleider optreden. Zie Reglement ombudsfunctionaris Rijksuniversiteit Groningen 2021.